Mijn dagboeken in Boer & Tuinder

oktober 1, 2010

Sinatra: “I did it my way”

Filed under: Luc Callemeyn — melkbrigade @ 9:42 pm

Een tijdje geleden kreeg ik een telefoontje van de Mestbank dat men graag eens bij mij op bezoek wou komen. Niet echt als dwingende controle, maar wel eerder in het kader van advisering. Wel netjes om dat zo van voordien te laten weten! Oorzaak was een te hoog nitraatresidu in mijn grond waar de koeien heel de zomer op de wei hadden gelopen. Ik stond er van versteld hoe goed deze mensen onderlegd waren over “mijn gronden”. Ze hadden kaarten mee met de hoogtelijnen, met het koolstofgehalte, zelfs met de aanwezigheid van een rotslaag in de bodem. Zo kon het te hoge nitraatresidu op elk van deze waardemeters perfect uitgelegd worden. Kijk, dat snap ik nu niet. Te velde weet men nu perfect hoe een individuele bodem reageert met nitrificatie en uitspoeling ten gevolge van een droge zomer en een nat najaar. Men weet zelfs hoe het komt dat er nitraat in mijn bodem zit, en ook waarom het sommige jaren helemaal niet tot nut komt. Maar hoe komt het nu dat die hoge pieten in Brussel en Leuven daar geen weet van hebben? Hoe komt het dat men jaar na jaar de bemestingsnormen omlaag wil, met als gevolg dat mijn schrale zandgrond geen goede opbrengsten en gezonde gewassen meer zal kunnen leveren? Als al deze gegevens werkelijk ter beschikking zijn, zelfs op perceelsniveau, waarom gebruikt men ze dan niet? Terzijde, deze ambtenaar van de Mestbank was een fan (of niet?) van mijn schrijfsels in dit Dagboek. Toch vroeg hij mij met aandrang om zijn bezoek niet te vermelden bij een volgende publicatie. Iets waar ik natuurlijk niet kan op ingaan. Anders is de persvrijheid in gedrang!
Verleden week hielden wij een officiële opening van onze nieuwe hoevewinkel. Eerlijk gezegd werd er al enkele weken in gewerkt, maar wij doen het graag nog eens in ’t echt, zodoende. Over het hele openingsweekend mochten wij 500 bezoekers verwelkomen. Het doet deugd om van zovele mensen een woord van steun te krijgen bij de voltooiing van ons grote project. Voor onszelf vinden wij dit niet zo uitzonderlijk, het is een (voorlopig) eindpunt van onze drang om onze eigen producten aan een eerlijke prijs te verkopen. Het ontlokt sommige mensen wel eens de opmerking dat het eigenlijk ver gekomen is dat een boer niet alleen moet boeren om een inkomen te bekomen, maar dat hij ook nog volk moet ontvangen, hen eten geven of te slapen leggen met alle bijkomende lasten en lusten. Goed, ja, maar evengoed vind ik het ook niet logisch dat iedere boer verplicht zou moeten zijn om 100 koeien te houden of 100 hectaren of 500 zeugen of 80.000 kippen of 2 hectare serre om een goed inkomen te hebben. Ik houd het er op dat iedereen zijn expansiedrang naar eigen godsvrucht en vermogen moet of kan invullen, en zoals Frank Sinatra zingt “I did it my way”.
Mede door de goede winkelinrichting is het nu wat efficiënter geworden in de verkoop, en alles staat nu wat meer op zijn plaats. Bijna schreef ik hierboven dat het nu wat rustiger geworden is. Schijn bedriegt, want wij maken ons op voor de organisatie van onze Opendeurdag op zondag 22 augustus waar wij werkelijk alle deuren zullen openen. Natuurlijk kadert dit in het meer bekend maken van ons aanbod en onze werking. Het is ons hoofddoel om te tonen hoe het er momenteel aan toe gaat op een modern landbouwbedrijf, en in ons geval met kaasmakerij en zuivelverwerking als neventak. Wij plannen geen spectaculaire activiteiten, dat laten wij over aan de omliggende Landelijke Gildes. Misschien één uitzonderlijke activiteit: wij nodigen onze loonwerker uit om een demonstratie te geven met de hakselaar om balen stro te hakselen voor de droge koeien. Laat de motoren maar brullen! Verder wensen wij ons toe te leggen op het bereiden van een culinaire kaasschotel met diverse verrassende kaashapjes aangevuld met versgebakken brood en onder begeleiding van een streekbiertje. Zo kunnen wij ook tonen dat wij méér in onze mars hebben dan wat gesneden kaasblokjes.
Het spreekt voor zich dat al die schikkingen voor die opendeurdag weer heel wat organisatie teweegbrengen. Ik zal eerlijk zijn, wij hebben niets liever. Wij zijn opgegroeid met het verenigingsleven van KLJ en Groene Kring en wij zien dat onze kinderen op hun beurt meewerken aan school-activiteiten, Kazou of KLJ. Met de paplepel ingegoten zegt men dan. Hun veelzijdigheid weerspiegelt zich dan ook in de organisatie van ons bedrijf; Soms zijn zij van het ene moment naar het andere bezig met het opstellen van een tekst, het maken van etiketten, videobestanden afspelen, koffie bedienen of bestellen in de winkel. Niet zelden worden zij dan ook ingeschakeld in het landbouwbedrijf en melken zij de koeien, geven de kalveren of rijden met de tractor. Dit geheel van vaardigheden zijn ervaringen die zij in geen enkele school kunnen leren maar die goed van pas komen onder toeziend oog van ons als ouders. Zo leren zij ook flexibel te zijn in samenwerking met anderen.
Ook weer helemaal onze “Way of life”

Luc Callemeyn

Geef een reactie »

Nog geen reacties.

RSS feed for comments on this post. TrackBack URI

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.